Aanleiding
De aanleiding voor deze opdracht was te komen tot een afgewogen oordeel over de haalbare beschikbaarheid van het metromaterieel.
Het onderzoek/ de opdracht
De opdracht bestond uit de volgende onderdelen:
- Analyse van de beschikbaarheid van het Amsterdamse metromaterieel; mede gerelateerd aan een internationale benchmark;
- Adviseren inzake het gegeven dat met de metrotreinen een afwijkend aantal kilometers gereden wordt dan gepland bij aanschaf. Het gaat dus om de dynamiek tussen onderhoud, gebruik, levensduur en afschrijving;
- Het komen tot een reëel beschikbaarheidspercentage dat verwacht wordt vanuit de vervoersbehoefte in relatie tot de beschikbare vloot van de Amsterdamse metro;
- Advies met betrekking tot de geschiktheid van de gebruikte methodiek in de bestaande concessie-eisen (beschikbaarheid-eisen per deelvloot op leeftijd); inclusief het toetsen van de huidige formulering en voorstellen van een nieuwe definiëring van de beschikbaarheidseisen passend bij de kenmerken van de Amsterdamse metro;
- Advies met betrekking tot vervolgmaatregelen; afgestemd op de uitkomst van de benchmark.
Om dit te realiseren zijn er interviews met de stakeholders georganiseerd. Daarnaast zijn tijdens een workshop onder leiding van prof.dr.ir. L. van Dongen de resultaten en opgehaald en beelden met elkaar gedeeld.
Het resultaat
Naast de doorlichting en analyse op processen en resultaten van VRA en GVB is tevens inzicht gegeven in de ‘best practices’ als het gaat om het onderwerp ‘beschikbaarheid’. Daartoe is bij circa 20 Europese vervoerders een benchmark gehouden en de resultaten daarvan zijn met elkaar gedeeld. Tot slot zijn de resultaten vastgelegd in een aansprekende en visuele rapportage.
Review
